Interventie methodiek

Deze psychosociale interventie leert zorg en mantelzorgers om te gaan met onbegrepen gedrag door middel van videofeedback en specifieke opdrachten. Daarnaast leren zij het gedrag begrijpen en gaan ze inzien wat dit van hen vraagt. Door de interventie neemt het draagkracht, het zelfvertrouwen en gevoel van competentie bij de zorgprofessional toe. Hierdoor lopen spanningen minder op, er zijn minder escalaties in het gedrag van de client en de gedragsstoornissen nemen af en worden door de zorgprofessional als minder belastend ervaren.
Het programma maakt gebruik van video-opnames die specifieke situaties vastleggen waarin professionals in contact staan met personen die onbegrepen gedrag vertonen.
Op basis van deze opnames ontvangen de professionals constructieve feedback. Door middel van zowel de visuele beelden als de verkregen feedback kunnen zorgverleners, zowel individueel als in teamverband, hun vaardigheden verbeteren in het omgaan met onbegrepen gedrag. De focus van deze methode ligt op het ontwikkelen van effectieve communicatievaardigheden, waardoor zorgverleners beter kunnen omgaan met gedrags- en stemmingsstoornissen bij zorgvragers.
Erkende interventie
In samenwerking met het UKON heeft de methodiek in 1995 het Erkenningstraject doorlopen en is in 1996 VIO in de databank van Erkende interventies in de langdurende ouderenzorg opgenomen als Theoretisch goed onderbouwd.. Daarna is in 2021 de her-erkenning toegekend.
Ook de erkenningscommissie ouderenzorg van Vilans heeft de interventie erkend als theoretisch goed onderbouwd. De interventie is gebaseerd op principes op het terrein van communicatie, (probleem)gedrag en het leren afstemmen op dit gedrag.  VIO is gebaseerd op theoretische uitgangspunten van de methode Video Home Training (VHT). Begin jaren 90 is dit model door Behandelcentrum de Hazelaar, De Wever te Tilburg vertaald. In 2010 vond er een verdieping en verdere onderbouwing van de methodiek plaats en kreeg hij de naam video interventie ouderenzorg (VIO).  In 2024 is het Expertisecentrum VIO overgenomen door IMOZ. Lees meer op : https://www.zorgvoorbeter.nl/kennis-delen/tools/video-interventie-ouderenzorg-vio
Doelgroep
De methode is geschikt voor zowel zorgprofessionals en hun teams als ook voor mantelzorgers die moeilijkheden ervaren bij het omgaan met onbegrepen gedrag bij mensen met dementie. De methodiek kan ook uitstekend worden gebruikt voor andere doelgroepen dan mensen met dementie zoals in de jeugdzorg, kinderopvang en geestelijke gezondheidszorg.
De Video interventie kan alleen worden uitgevoerd door speciaal daartoe opgeleide VIO-begeleiders. ( www.hiereenverwijzigngnaardeopleiding.nl)
De VIO- begeleiders zijn verbonden aan het Expertisecentrum VIO van IMOZ en kunnen worden ingeschakeld om hun expertise te delen en in te zetten waar nodig. Tijdens de begeleiding van mantelzorgers en professionele zorgverleners is de zorgvrager niet aanwezig waardoor een optimale leeromgeving wordt gecreëerd.
Interventie-fases
De interventie bestaat uit een aantal fases. Het intakegesprek is om de hulpvraag van de zorgverlener vast te stellen en om de casus in kaart te brengen. Na een video-opname volgt een analyse van de communicatie, de afstemming en de probleemsituatie. Vervolgens komt het uitzetten van een stappenplan en volgen in de uitvoeringsfase video-opname, videofeedback en oefenperiode elkaar op in tweeweekse sessies.
De video-opnames brengen de werkzame elementen in de communicatie in beeld en in de videofeedback ligt de focus steeds op het aandeel dat de zorgverlener daar zelf in heeft. Stap voor stap oefenen de zorgverleners deze elementen in de praktijk en leren deze wat werkt toe te passen in moeilijkere situaties. Gedurende het traject leren zij begrijpen waar het gedrag vandaan komt en wat dit van hen vraagt. Gaandeweg krijgen de zorgverleners steeds meer het gevoel dat zij grip op de situatie hebben en groeit het zelfvertrouwen. (Sluit daarom goed aan bij zorgpaden zoals GRIP en STIP)
De interventie sluit als de zorgverlener(s) om kunnen gaan met de gedragsstoornissen, deze begrijpen en zich hierin voldoende competent voelen. Dat is doorgaans na drie tot vier sessies, gedurende een periode van drie tot vier maanden.